Spiegelbijeenkomst cervixcarcinoom

De Dutch Gynaecological Oncology Audit (DGOA) wordt steeds volwassener en koppelt momenteel de kwaliteit van zorg terug middels verplichte kwaliteitsindicatoren, maar ook middels de steeds verder ontwikkelde Codman Dashboards. Daarnaast was er op 1 juni jl. een primeur, de eerste landelijke ronde tafel bijeenkomst: de Spiegelbijeenkomst Cervixcarcinoom.

Gynaecologisch oncologen uit de negen centra die radicale uterusextirpaties uitvoeren (AUMC, AVL, CZE, Erasmus MC, LUMC, MUMC+, Radboud UMC, UMCG, UMCU) waren vertegenwoordigd tijdens de bijeenkomst in de Domus Medica in Utrecht. DGOA-data werden transparant besproken met als doel leren van elkaar en uiteindelijk de kwaliteit van zorg verbeteren.
Achtereenvolgend werden de volgende onderwerpen besproken: trends in incidentie en behandelingen, wachttijd, benaderingswijze en opnameduur van de radicale uterusextirpatie en complicatieregistratie. Daarnaast werden enkele bevindingen van klinische trials besproken (o.a. de RACC- en SHAPE-trials). Onderstaand volgt een terugkoppeling van enkele besproken onderwerpen.

Wachttijd
Voor wat betreft de wachttijd werden de belangrijkste knelpunten “OK-capaciteit” en “MRI-capaciteit” geïdentificeerd. Het ‘best practice centrum’ (het centrum met de kortste wachttijd) gaf aan dat er verregaande afspraken zijn gemaakt met de benigne gynaecologie. Hierdoor kunnen oncologische operaties vrijwel altijd doorgang vinden. Daarnaast is actieve betrokkenheid bij de OK-planning  essentieel. Om de wachttijd tot MRI te verkorten, worden bovendien MRI slots gereserveerd op de dag dat de patiënte zich op de polikliniek presenteert. Hierdoor is er geen toename van wachttijd door diagnostiek en dus geen verdere uitstel van de operatie.

Opnameduur radicale uterusextirpatie
Praktijkvariatie werd geobserveerd in de postoperatieve protocollen van de radicale uterusextirpatie. In het ‘best practice centrum’ voor opnameduur wordt de urinekatheter twee dagen postoperatief verwijderd, terwijl dit in sommige andere centra na vijf dagen gebeurt. Daarnaast bleek dat de protocollen voor postoperatieve pijnstilling anders zijn: in het ‘best practice centrum’ wordt geen epidurale pijnstilling gegeven, maar wondkatheters. Andere factoren die bijdragen aan de korte opnameduur zijn: breed uitgerolde ERAS (Enhanced Recovery After Surgery) protocollen, verwachtingsmanagement bij de patiënten (de opnameduur van 2-3 dagen wordt besproken op de polikliniek, en tenslotte wordt de incisie middels Pfannenstiel gedaan, i.p.v. de mediane laparotomie.

Complicatieregistratie
De centra gaven aan dat er momenteel uitgebreide lijsten complicaties geregistreerd moeten worden in de DGOA, terwijl sommige complicaties relevanter zijn dan andere. De DGOA gaat de complicatieregistratie bespreken, herevalueren en voorleggen aan de WOG hoe dit in de toekomst geregistreerd zou moeten worden. Door meer te focussen op voor de ingreep relevante complicaties kan de registratielast mogelijk verminderd worden.

Implementatie
De verschillende centra gaven aan dat de werkwijze de komende tijd aangepast gaat worden. Zo gaf een centrum aan: “Wij gaan de urinekatheter voortaan na drie dagen verwijderen, i.p.v. na vijf dagen. Tevens zullen wij aandacht hebben voor de noodzaak van de epidurale pijnstilling.” Een ander centrum nam zich voor: “Wij gaan de optie om een wondkatheter te plaatsen bespreken met de anesthesiologen. Daarnaast gaan we ERAS breder uitrollen. Tenslotte willen we dat bepaalde operaties uitgevoerd worden door operateurs die dit vaak doen.”

Toekomst
In december 2023 zal geëvalueerd worden hoe de verschillende factoren geïmplementeerd zijn.  De DGOA ambieert daarnaast om spoedig voor alle tumorsoorten jaarlijkse Spiegelbijeenkomsten te organiseren. Hierdoor kan praktijkvariatie transparant besproken worden en kan van elkaar geleerd worden met als doel de zorg voor patiënten met een gynaecologische maligniteit verder te verbeteren.

Spiegelbijeenkomst cervixcarcinoom

Specifiek zoeken?