De geboortezorg in Nederland is in beweging. De toegankelijkheid en kwaliteit van zorg en de samenwerking, zowel binnen de geboortezorg als met publieke gezondheidszorg en het sociaal domein, vragen om aandacht. De NVOG is vastbesloten om de geboortezorg te blijven verbeteren en te organiseren zodat deze voldoet aan de huidige en toekomstige behoefte van zwangeren en de zwangerschapsuitkomsten van moeder en kind (verder) verbeteren.

De afgelopen jaren hebben zes pioniersregio’s een integrale geboortezorgorganisatie (igo) gevormd. In deze igo werken alle zorgverleners die bij de zorg voor een zwangere zijn betrokken intensief samen. De igo krijgt een bedrag voor het hele traject van de zwangerschap en geboorte en verdeelt daarna het geld over de verschillende zorgverleners. Dit in tegenstelling tot de rest van het land, waar middels monodisciplinaire bekostiging alle zorgverleners per organisatie apart betaald worden.

Uit de RIVM-evaluatie, die de effecten van vijf jaar integrale bekostiging van de geboortezorg heeft onderzocht,  blijkt dat de igo’s gemiddeld een kleine verschuiving in zorggebruik lieten zien. Ook is de groei in zorguitgaven gemiddeld genomen beperkter binnen de igo’s na de invoering van integrale bekostiging. De gezondheidsuitkomsten van de zwangere vrouwen en hun kinderen die begeleid zijn in een igo zijn overall gelijk aan die van zwangeren die niet in een IGO zijn begeleid. De betrokken organisaties ervaren een nauwere samenwerking waardoor richtlijnen en interventies sneller dan voorheen kunnen worden doorgevoerd.

De igo’s variëren sterk wat betreft de uitkomsten rondom zorggebruik, zorguitgaven en uitkomsten. Dit is te verklaren doordat de organisaties zelf bepalen welke maatregelen zij lokaal inzetten om samenwerking en zorg te verbeteren.

Om zwangere vrouwen ook in de toekomst de beste zorg aan te kunnen blijven is continue evaluatie en verbetering van de organisatie van de geboortezorg nodig. De grote tevredenheid over deze samenwerking binnen de igo’s kan daarbij als uitgangspunt worden genomen en mogelijk een opstap zijn naar het aanbieden van alle zorg rondom de zwangerschap vanuit één organisatie. Als NVOG zijn wij daarom, net als het RIVM, voorstander om deze vorm van samenwerking verder te blijven ontwikkelen en evalueren en te kijken naar de gezondheidseffecten op de lange termijn en de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg.

Voor meer informatie en de rapportage ‘Vijf jaar integrale bekostiging van de geboortezorg: effecten op zorggebruik, gezondheidsuitkomsten en zorguitgave’ verwijzen wij je naar de website van het RIVM.