Vandaag heeft minister Daniëlle Jansen (VWS) de Nationale Strategie Vrouwengezondheid 2025–2030 gelanceerd. Daarmee wordt erkenning gegeven aan de structurele achterstanden in kennis, onderzoek en zorg rondom vrouwspecifieke aandoeningen. De NVOG is erg blij met deze ontwikkeling, die voortbouwt op de gezamenlijke inspanningen van vele partijen uit het veld om de gezondheid van vrouwen met vrouwspecifieke aandoeningen te verbeteren.
De strategie richt zich op structurele aandacht voor zowel vrouwspecifieke aandoeningen, zoals overgangsklachten, cyclusproblemen, als voor vrouw sensitieve aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten. Het doel is vierledig: het vergroten van kennis, het beter toepassen van beschikbare kennis, het verbeteren van zorg en ondersteuning, en het versterken van samenwerking via een breed netwerk en toegankelijk platform.
De Nationale Strategie bouwt voort op het project Maatschappelijke acceptatie van vrouwspecifieke aandoeningen, dat in 2022 werd geïnitieerd door gynaecologen Judith Huirne (Amsterdam UMC) en Astrid Vollebregt (Spaarne Gasthuis) namens de NVOG. Tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer in april onderstreepten zij als kartrekkers van het project nogmaals de urgentie van structureel beleid: “Vrouwen leven gemiddeld langer in ongezondheid dan mannen. Zorg en kennis blijven achter. Dat moet veranderen.”
Samen met WOMEN Inc., patiëntenorganisaties, onderzoekers en zorgprofessionals bouwden Huirne en Vollebregt de afgelopen jaren aan een stevig fundament. Het project resulteerde in twee rapporten, drie nationale agenda’s en een breed netwerk. De noodzaak is groot: vrijwel iedere vrouw krijgt vroeg of laat te maken met een of meerdere vrouwspecifieke aandoeningen, zoals cyclusproblemen, bekkenbodemklachten of hormonale disbalans. Toch is er nog altijd weinig structurele aandacht in onderzoek, opleiding, bekostiging en richtlijnen.
De Nationale Strategie markeert een belangrijke mijlpaal, maar het echte werk begint nu.
“Investeren in vrouwengezondheid is geen niche: het gaat om brede maatschappelijke winst. Met deze strategie is de koers gezet. Nu is het tijd voor uitvoering,” zegt Judith Huirne.
“Het is nu zaak om samen met het ministerie en alle betrokken partijen door te pakken,” vult Astrid Vollebregt aan. “Want investeren in vrouwengezondheid is investeren in een gezondere samenleving voor iedereen.” In de kamerbrief geeft de minister aan dat ze nu geen extra geld vrij maakt maar wel oproept tot her allocatie van middelen door de vrouwspecifieke aandoeningen te prioriteren. “Deze her allocatie moet geen vrijblijvendheid zijn en vraagt om actie van verschillende departementen, beleidsmakers, subsidiegevers en zorgverzekeraars” aldus Judith Huirne en Astrid Vollebregt.
