Fase 1 van het rapport werd afgelopen 5 december aangeboden aan demissionair minister Kuipers van VWS. V.l.n.r.: gynaecoloog Judith Huirne, Metty Spelt van WOMEN Inc., demissionair minister Ernst Kuipers, gynaecoloog Astrid Vollebregt, directeur van de Federatie Medisch Specialisten Teus van Barneveld.
Utrecht, 12 december 2023 – Achter het gordijn van ‘vrouwenkwaaltjes’ schuilt een verborgen realiteit: de impact van vrouwspecifieke aandoeningen blijkt veel groter dan voorheen bekend. Dat werd onthuld in het rapport, gepresenteerd tijdens het symposium van het NVOG project ‘Maatschappelijke acceptatie van vrouwspecifieke aandoeningen’. De conclusie doorbreekt het stilzwijgen en vraagt om erkenning en actie.
Vrouwspecifieke aandoeningen, vaak afgedaan als normale bijverschijnselen van het vrouw-zijn, blijken een diepgaande invloed te hebben op het dagelijks leven van vrouwen en op onze maatschappij. Dat is de conclusie van het rapport dat afgelopen week is aangeboden aan demissionair minister Kuipers van VWS. Het rapport komt voort uit het project ‘Maatschappelijke acceptatie van vrouwspecifieke aandoeningen’, een initiatief van de NVOG en WOMEN Inc., gesubsidieerd door ZonMW.
Ernstige klachten met serieuze maatschappelijke gevolgen
De resultaten van de eerste fase van het project onthullen dat het diepgewortelde taboe rondom de aandoeningen de ontwikkeling van begrip en kennis ernstig heeft belemmerd. Het gebrek aan openheid heeft geleid tot een tekort aan kennis, zowel bij vrouwen als bij zorgverleners. Astrid Vollebregt, gynaecoloog in het Spaarne Gasthuis en voorzitter van het NVOG-project ‘Maatschappelijke acceptatie vrouwspecifieke aandoeningen’, benadrukt: “Hoewel het niet om levensbedreigende aandoeningen gaat, kunnen de klachten verstrekkende gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven.”
Het rapport schetst tevens de impact op de maatschappij, waar jaarlijks miljarden aan zorgkosten en ziekteverzuimkosten worden gemaakt. Het beïnvloedt ook de kansen voor vrouwen zelf vertelt gynaecoloog Judith Huirne, hoogleraar benigne gynaecologie in Amsterdam UMC en voorzitter van de Koepel Wetenschap van de NVOG: “veel van de gynaecologische klachten zorgen ervoor dat vrouwen hun school of werk activiteiten niet goed kunnen uitvoeren, dit belemmert de carrière kansen van de vrouw en maakt de man-vrouw verschillen groter. Daarnaast is het zo dat veel vrouwen werkzaam zijn in essentiële beroepen zoals het onderwijs of de zorg. Als zij hun werk niet kunnen doen draagt dat bij aan de huidige capaciteitsproblemen. Deze bevindingen benadrukken de dringende noodzaak om deze aandoeningen serieus te nemen en adequaat aan te pakken.
Ook Christianne de Groot, gynaecoloog en voorzitter van de NVOG onderstreept het belang van het project: “Als NVOG staan we voor de beste zorg van vrouwen in al haar levensfasen en blijven we constant werken aan het verbeteringen van de gezondheidszorg voor vrouwen. Dit project schijnt licht op een lang onbesproken onderwerp, de taboes die door dit project doorbroken worden zijn essentieel voor de kwaliteit van leven van de vrouw en onze maatschappij.”
Hoe nu verder?
Nu de kennislacunes in kaart zijn gebracht kunnen er plannen worden gemaakt en gaat Fase 2 van het project van start. Hierbij worden belangrijkste agendapunten opgesteld van de drie aandoeningen met de grootste impact: bekkenbodemproblemen, menstruatiecyclus gerelateerde problemen (inclusief cyclus gebonden buikpijn) en hormoon gerelateerde aandoeningen. “Onmisbaar in deze fase van het onderzoek en voor verdere vooruitgang is ook dat de kennis die al beschikbaar is, goed gedeeld en verspreid wordt” aldus Vollebregt. “Tijdens de eerste fase van het onderzoek hebben gynaecologen, huisartsen, bedrijfsartsen en patiëntenorganisaties de handen ineengeslagen. Die verbinding willen we officieel maken in een alliantie met een bijbehorend kennisplatform. Op dat platform bundelen we dan alle betrouwbare informatie voor zowel artsen als vrouwen zelf”.
Tegelijkertijd wordt gepleit voor structurele financiering en de ontwikkeling van een nationaal gezondheidsplan voor vrouwenzorg. Judith Huirne: “tot slot is het belangrijk dat we ook een maatschappelijke agenda opstellen om dit onderwerp breed op de kaart te zetten. Daarin speelt de politiek een grote rol. De huidige minister heeft zich al uitgesproken als ambassadeur voor vrouwspecifieke aandoeningen, maar ook na de kabinetswissel is blijvende aandacht noodzakelijk.”
Huirne pleit al vijftien jaar voor meer onderzoek naar vrouwspecifieke aandoeningen en benadrukt de noodzaak van een nationaal gezondheidsplan, maar ook voor blijvende academische inbedding van de zorg. “Het is een serieus probleem dat vraagt om een serieuze oplossing,” zegt ze. Het rapport, mogelijk gemaakt door subsidie van ZonMw, heeft de weg vrijgemaakt voor een gestructureerde aanpak om de gezondheidszorg voor vrouwen te verbeteren en een langdurige strategie te ontwikkelen.
Het volledige rapport en de samenvatting vindt u in de onderstaande links